Het begon onschuldig: een WhatsApp-gesprek met een collega. Een grapje, een losse opmerking na werktijd. Daarna nog een. En nog een. Voor Thomas voelde het als een luchtige, vriendschappelijke uitlaatklep. Iemand die hem snapte. Die snel reageerde. Die geen moeilijke vragen stelde, maar wél aandacht gaf.

Wat hij vergat, was hoe vaak het gebeurde. Soms tien berichtjes per dag of meer. Tussendoor, tijdens het koken, vlak voor het slapengaan. Sophie, zijn partner, merkte het op. Eerst aarzelend. Dan licht geïrriteerd. Ze vond van zichzelf dat ze ruimdenkend was: een relatie moet niet verstikken, je moet ook gewoon contacten kunnen hebben. Maar ergens knaagde er iets.

Ze begon zich af te vragen: "Zie ik dit verkeerd? Overdrijf ik?". Het was toch gewoon een collega? Waarom voelde het dan alsof er iets tussen hen in stond?

Ze sprak erover met een vriendin, en later ook met een collega. Beiden luisterden zonder oordeel. En beiden zeiden, voorzichtig maar duidelijk: “Dit klinkt niet raar. Het is begrijpelijk dat je dit zo voelt.”

Langzaam begon bij Sophie het besef te groeien: het ging niet om de vraag of er iets ‘fout’ was gegaan, maar om het gevoel van buitensluiting. Dat iemand anders een stuk van Thomas’ emotionele betrokkenheid had gekregen, zonder dat zij daarvan wist. Dat hij iets deelde, wat eerder tussen hen had bestaan.

Toen ze hem er uiteindelijk op aansprak, deed Thomas het eerst af als “niets bijzonders”. Maar het bleef wringen. En toen Sophie aangaf dat ze zelfs twijfelde of ze nog wilde blijven, schrok hij. Hij beloofde openheid, eerlijkheid, herstel.

Maar in het gesprek dat volgde, greep hij terug op iets anders:

“Ik heb toch voor je gezorgd, maandenlang? Toen jij niets meer kon. Alles heb ik gedaan. Geef me daar dan op z’n minst wat credits voor.”

Sophie keek hem aan en zei: “Wat jij toen deed, was liefde. Maar wat je nu vraagt, is betaling achteraf. Liefde is geen puntensysteem.”

Voor Thomas voelde dat onrechtvaardig. Hij vond dat het contact met zijn collega niet grensoverschrijdend was. Geen fysiek contact, geen verliefdheid, geen plannen. Maar Sophie voelde het anders: “Je hart was even ergens anders. En ik stond aan de zijlijn.”

Relatietherapeut Mark Ouwerkerk:

In relatietherapie komen situaties als deze vaker voor dan veel mensen denken. Niet elke vorm van ontrouw is lichamelijk. Emotionele exclusiviteit met iemand buiten de relatie kan evenveel verwarring en pijn veroorzaken — juist omdat het zich in het grijze gebied afspeelt.

Twijfel is daarbij een normaal en gezond signaal. Partners vragen zich soms af of hun gevoel “terecht” is, zeker als er geen tastbaar bewijs is. Het kan helpen om dat gevoel te toetsen bij anderen, of samen met een therapeut te onderzoeken waar het vandaan komt.

Een terugval op eerdere “goede daden” in de relatie — zorg in moeilijke tijden, trouw in het verleden — is begrijpelijk, maar problematisch als het wordt ingezet als ruilmiddel. Liefde is geen systeem van tegoeden en schulden. Het is geen boekhouding waarin eerdere verdiensten bescherming bieden tegen latere misstappen.

Relaties vragen om voortdurende afstemming: openheid, eerlijkheid, en het lef om onder ogen te zien wat de ander voelt. Ook als dat ongemakkelijk is.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *