De volgende droom had ik afgelopen week…… Ik werd wakker met de titel “het gele boekje”.
Het gele boekje
De man ging iedere morgen naar zijn werk, werkte de dag en ging sávonds weer terug naar huis waar zijn vrouw op hem wachtte. Voor een buitenstaander kon dit misschien saai lijken, maar dat kon hem niet deren. Hij was een tevreden man.
Wat hij per dag verdiende, maakte ze ook iedere dag precies op. Het was geen luxe, maar het was net voldoende, en ook daar was hij tevreden mee.
Op een dag kwam hij op zijn werk en kreeg hij te horen dat hij voortaan minder geld kreeg. Zijn zorgeloze bestaan werd bedreigd, want hij wist dondergoed, dat ze met minder niet rond zouden kunnen komen. Die avond, toen hij terug liep naar huis, zat hij te peinzen hoe hij dit nu kon oplossen. Daardoor lette hij niet goed op en raakte hij van het pad af. Hij was zo in gedachten verzonken dat hij het niet opmerkte.
Na een tijdje rond te hebben gedwaald keek de man ineens op. Waar was hij? Hij zag dat hij niet meer op het pad liep. Ineens voelde hij de liefde voor zijn vrouw over zich heen komen. Ze zou zich inmiddels wel ongerust maken.
Dus besloot de man om het pad te zoeken. Maar hoe hij ook zocht, hij kon het niet vinden.
Aan de horizon verscheen een grote eik. Daaronder zat een oude vrouw. Hij besloot haar de weg te vragen.
“Ik ben de weg naar mijn huis kwijt geraakt” zei de man.
“Hoe ziet uw huis eruit?” vroeg de oude vrouw.
“Mijn huis is mooi”, zei de man “en mijn vrouw wacht op mij”.
De oude vrouw zei “zoals u in gedachte van het pad bent af geraakt, zo simpel is het ook om weer het weer te vinden”.
Ze wees hem een richting. “Daar is het”
Het was een hele opluchting voor de man.
“Mag ik u vragen hoe het komt dat u de weg bent kwijt geraakt?” vroeg de vrouw.
De man stemde toe en knikte.
“Mijn leven, zoals hij was, is niet meer. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik was zo in gedachte, dat ik niet goed oplette waar ik liep.”
“Je lijkt snel ontwricht” zei de oude vrouw.
“Dat klopt” zei de man, “Maar is dat erg? Ik was tevreden met het leven dat ik had. Moet ik per se gaan nadenken over iets wat ik niet wil. Ik wil niet dat er iets verandert.”
De vrouw stond op en liep naar de boom.
“Moet je eens zien hoe mooi deze is! “
Ze wreef met haar hand over de dikke noestige schors en keek vervolgens omhoog.
“Ook deze boom, hoe oud ook, is nooit hetzelfde.”
De man glimlachte. “Dat klopt, maar aan liefde heb ik, denk ik, genoeg. Mijn hoofd liet me mijn hart vergeten, maar nu is het goed.”
Hij nam afscheid, vervolgde zijn weg en werd liefdevol ontvangen.